Wettelijke kaders, technische richtlijnen en praktijk in balans
- Maarten Denijs

- 31 mei
- 3 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 16 jul
Bij het ontwerpen, installeren of beoordelen van technische installaties, zoals rookgasafvoersystemen, spelen normen en richtlijnen een grote rol in het waarborgen van veiligheid en kwaliteit. Hoewel ze op zichzelf geen wettelijke status hebben, vormen ze in veel situaties de meetlat waarlangs werk wordt getoetst.
Sommige normen zijn rechtstreeks opgenomen in regelgeving, zoals binnen het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). In dat geval zijn ze verplicht en juridisch afdwingbaar. Voor andere gevallen geldt dat normen en Nederlandse Praktijk Richtlijnen, zoals die van de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut (NEN), worden beschouwd als technisch onderbouwde hulpmiddelen. Ze bieden een richtinggevend kader voor wat als veilig en verantwoord wordt gezien.
Rechtens verkregen niveauEen belangrijk uitgangspunt binnen het BBL is het zogenaamde rechtens verkregen niveau. Dit houdt in dat bestaande bouwkundige en installatietechnische situaties niet automatisch aangepast hoeven te worden aan de nieuwste technische eisen. Zolang de bestaande toestand niet verslechtert of gevaar oplevert, mag deze in stand blijven. Pas bij ingrijpende wijzigingen, zoals de vervanging van een CV-ketel op een collectief rookgasafvoersysteem, wordt verwacht dat de situatie wordt getoetst aan de actuele veiligheidsnormen. Dit voorkomt dat ongewijzigde onderdelen onnodig moeten worden aangepast, maar legt tegelijkertijd de nadruk op zorgvuldigheid bij vernieuwingen.
BBL. Artikel 5.5 (rechtens verkregen niveau)
1 Het kwaliteitsniveau van een bouwwerk of gedeelte daarvan is na een verbouwing niet lager dan het toegestane kwaliteitsniveau onmiddellijk voorafgaand aan die verbouwing.
2 Voor zover het in het eerste lid bedoelde kwaliteitsniveau voorafgaand aan de verbouwing lager is dan het niveau voor bestaande bouw geldt in afwijking van eerste lid het niveau voor bestaande bouw als het ten minste aan te houden kwaliteitsniveau.
3 Voor zover het kwaliteitsniveau voorafgaand aan de verbouwing hoger is dan het niveau voor nieuwbouw geldt in afwijking van eerste lid het niveau voor nieuwbouw als ten minste aan te houden kwaliteitsniveau.

De Nederlandse overheid en rechterlijke macht beschouwen normen doorgaans als ondersteunend: ze helpen om aan te tonen dat een installatie of werkwijze in lijn is met de geldende veiligheidseisen. Dit maakt het eenvoudiger voor bedrijven om verantwoording af te leggen over hun keuzes, vooral in gevallen waarbij iets misgaat en vragen over aansprakelijkheid of zorgplicht ontstaan.
Voor installateurs en andere uitvoerende partijen vormen deze normen en Nederlandse Praktijk Richtlijnen vaak de basis van hun werkmethodiek. Niet alleen uit oogpunt van veiligheid, maar ook om risico’s op claims of schade te minimaliseren. Ook verzekeraars hanteren deze richtlijnen in de beoordeling van dekking en aansprakelijkheid. Wie daar willens en wetens van afwijkt, loopt mogelijk tegen uitsluitingen aan bij schadegevallen.

In het bijzonder bij het plaatsen van nieuwe verwarmingsketels op bestaande of gedeelde afvoersystemen is voorzichtigheid geboden. De verantwoordelijkheid reikt verder dan de individuele aansluiting: het gehele systeem moet in samenhang veilig functioneren. Dat vraagt om inzicht in het totaalplaatje. Door gebruik te maken van actuele technische richtlijnen, zoals vastgelegd in documenten als de o.a. de NPR 3378-45 en NPR 3378-48, kan men aannemelijk maken dat de installatie op veilige wijze is uitgevoerd.
Er zijn situaties denkbaar waarin van deze richtlijnen wordt afgeweken. Dat kan, mits de gekozen oplossing onderbouwd is en aantoonbaar voldoet aan de doelstellingen van veiligheid, duurzaamheid en betrouwbaarheid. In zulke gevallen ligt de bewijslast echter volledig bij degene die afwijkt. Het inschakelen van een onafhankelijke partij, bijvoorbeeld een inspectiebureau, kan dan uitkomst bieden. Dergelijke partijen zullen overigens in de praktijk zelf ook werken volgens de normen die in de sector breed gedragen worden.
Het is dus niet verplicht om exacte normteksten te volgen, tenzij een wet of contractuele afspraak dit vereist. Toch is het in de meeste gevallen verstandig dit wél te doen. Niet alleen vanuit technisch oogpunt, maar ook om achteraf niet in een lastig verdedigbare positie terecht te komen.
Wie veiligheid serieus neemt, kiest ervoor om aantoonbaar zorgvuldig te werk te gaan en daar zijn deze normen en richtlijnen bij uitstek voor bedoeld.



